Traumazorg MCL naar hoger niveau (2024)

In 2019 werden de eerste stappen gezet richting een intensievere samenwerking tussen de traumachirurgen en trauma-orthopeden in het MCL. Tot die tijd werd de klinische en operatieve traumazorg vooral gescheiden georganiseerd. De artsen vonden dat dat patiëntgerichter en effectiever kon en namen het initiatief tot meer samenwerking.

Orthopedisch chirurg Bas de Hartog: ‘’In 2019 hebben we al eens onder de loep genomen wie wanneer welke dienst had en wat er in die dienst gedaan werd. Voorheen was het bijvoorbeeld zo dat de grootste ongelukken opgevangen werden door de traumachirurgen en alle wervelletsels door de trauma-orthopeden. Toen hebben we gezegd, we zijn allemaal traumachirurg en zien patiënten met een vergelijkbare zorgvraag. Daarom hebben we dat gelijk getrokken en werd de balans beter. Nu gaan we de volgende stap maken, waarbij we echt als één team gaan samenwerken binnen de trauma-unit.’’

Volgens traumachirurg Arvid Munzebrock is het goed dat beide specialismen nu samen vanuit verschillende perspectieven naar de problemen kijken. ‘’De orthopeden hebben veel verstand van gewrichtsproblemen en slijtage en wij hebben als traumachirurgen veel verstand van fracturen. Dat vult elkaar heel goed aan.’’

Met deze vervolgstap tillen de artsen de traumazorg in het MCL naar een hoger niveau voor patiënten met letsel op het gebied van het steun- en bewegingsapparaat. Zo werkt een vast team van specialisten voortaan nauw samen en hanteren zij dezelfde protocollen en werkwijzen. De trauma-unit bestaat uit drie trauma-orthopeden en vijf traumachirurgen. Samen vangen zij traumapatiënten op die via de SEH of een verwijzing binnenkomen. Ook nacontrole vindt plaats op de trauma-unit.

De Hartog: ‘’Wij zijn verantwoordelijk voor alle traumapatiënten die in het MCL binnenkomen. We willen allemaal gelijke aandacht hebben voor traumatologie, zowel voor de patiënt op de SEH als op de operatiekamer. Zo borgen we ook de continuïteit, kwaliteit en veiligheid van zorg. Wij voelen als artsen de intrinsieke motivatie om de traumazorg nog beter te maken en willen aantonen dat we echt een goed functionerende trauma-unit in het MCL hebben.’’

Een groot voordeel is ook dat de betrokken specialisten onderling eenvoudiger patiënten kunnen overnemen van elkaar. Door de medische overdrachten zijn de specialisten binnen de trauma-unit op de hoogte van alle traumapatiënten in het MCL. Als de traumachirurg dienst heeft gehad, kan een trauma-orthopeed de (operatieve) zorg voor de patiënt eenvoudig overnemen. Dat geldt ook andersom.

Jaarlijks zien de specialisten zo’n 70 ernstig gewonde patiënten in het MCL. ‘’We kunnen bijna alles hier, alleen neurochirurgie doen we niet. Iemand met schedelhersenletsel gaat bijvoorbeeld naar het UMC in Groningen’’, aldus Munzebrock.

Door de concentratie van kennis en kunde profiteert de patiënt van de best mogelijke traumazorg in Friesland, waarbij de zorg om de patiënt heen in nauwe samenwerking met alle betrokken disciplines wordt geleverd. De traumachirurgen en de trauma-orthopeden vormen de basis van de trauma-unit. Zij kunnen dat uiteraard niet alleen en daarom zijn in de multidisciplinaire samenwerking ook de SEH, operatiekamer, (poli)kliniek, gipskamer en dagbehandeling onmisbare schakels. ‘’We streven met elkaar naar optimale kwaliteit van zorg voor de patiënt. Daarbij is goede samenwerking essentieel, waarbij we los van wie er dienst heeft altijd goede traumazorg willen leveren. Doordat we gezamenlijk nog intensiever met traumazorg bezig zijn, worden we daar met elkaar ook beter in. Daarin kunnen we veel van elkaar leren, waar de patiënt vervolgens weer van profiteert.’’

Voor specialistische zorg kan een beroep gedaan worden op de ‘tweede ring’. Dat zijn bijvoorbeeld orthopeden die niet actief betrokken zijn bij de traumaopvang of bij de directe behandeling van vrij simpele fractuur, maar die wel gespecialiseerd zijn in bepaalde gewrichten. Munzebrock: ‘’Zo nemen we de bij complexe schouderproblemen contact op met de schouderorthopeed. In dat soort situaties kunnen we dus snel en gericht expertise inzetten van onze collega. Daarnaast werken bij ook veel samen met de plastisch chirurgen, revalidatie-artsen en geriaters. Deze multidisciplinaire samenwerking is belangrijk om alle (complexe) patiënten goed te kunnen helpen.’’