De Lemniscaat als teken – Antroposofisch Gezondheidscentrum (2024)

De Lemniscaat

De lemniscaat is in de wiskunde bekendals een symbool voor oneindigheid.
Datgene wat niet meer met welk getal ookis uit te drukken. Rechtopgezet is het een cijfer: de 8.
Tussen deze duidelijke 8 en de bijna niet tebevatten oneindigheid van het wiskundigesymbool is méér.
Het is ook een teken van ademhalingen van genezing. In het onderstaande wordt dit toegelicht.

Waar komen we de lemniscaat in de natuur tegen?
Met veel geduld zou men hem als volgt kunnen vinden: men steekt een stokje in de grond ; kijkt men nu regelmatig op precies hetzelfde tijdstip, bv 12 uur’s middags, naar het puntje van de schaduw -als de zon schijnt- en zetten we daar steeds een stip op de grond, dan onstaat er na een jaar een lemniscaatvorm :

In de Winter is de schaduw het langst, in de zomer het kortst; tussendoor staat de zon niet exact in het midden, zodanig, dat in het schaduw verloop deze lemniscaatvorm ontstaat.
Hiermee samengaand wisselen de seizoenen: de winter, het koude jaargetijde bij laagstaande zon, het warme bij een hoogstaande zon, en een overgangstijd daartussen.
Opvallend is dat niet alleen de natuur drastisch verandert in de seizoenen, maar dat mensen daar ook aan meedoen:
’s zomers, met warm en mooi weer, trekken ze erop uit; genieten van de wereld om hen heen en zijn zodoende naar buiten gericht. In de herfst wordt dat van lieverlee minder; de mensen trekken zich niet alleen steeds meer terug in hun huis, maar zijn ook steeds meer innerlijk en meer bewust bezig. In de winter is dat nog sterker. ’s Zomers spitten we de tuin om, ’s winters zitten we liever met een boek bij de kachel.

Deze afwisseling van de seizoenen, deze ritmische afwisseling vinden we ook op kleinere schaal: in het dag-en-nacht ritme. Overdag is de mens druk aan het werk, letterlijk en/of figuurlijk naar buiten toe bezig, om ’s avonds zich terug te trekken binnenshuis, daarbij meer overdenkend wat de dag heeft gebracht. Een nog verdergaande afwisseling is het volgende: een mens leeft overdag met een voor hem alledaags bewustzijn, dat vooral op de buitenwereld is gericht; ’s avonds, nadat alles donker is gemaakt, trekt hij zich tenslotte zo sterk in zichzelf terug, dat hij in slaap valt en ’s nachts in een geheel onbewuste toestand leeft.
Is er een nog kleiner ritme in bovenstaande zin, in de zin van afwisseling van binnen naar buiten en omgekeerd, te vinden? Het is er, al is het wat subtiel en waarschijnlijk niet voor iedereen direct merkbaar: de ademhaling. De ademhaling gaat samen met een voortdurende afwisseling van spanning en ontspanning. Bij de inademing worden de ademhalingsspieren ingespannen, bij de uitademing is er een ontspanning. Wie er op let zal misschien kunnen merken dat er bij de inademing een lichte bewustzijnsversterking optreedt, met een sterkere aandacht voor de buitenwereld, en bij de uitademing een lichte ontspanning, en een tot zichzelf komen. Na drukke werkzaamheden gaan we zitten om eens even ‘uit te blazen’.

In de tegenwoordige tijd is dat laatste overigens een probleem. Men heeft het druk, heeft een vol dagprogramma, en gaat ook ’s avonds vaak door met activiteiten. Je zou kunnen zeggen: de inademing overweegt in deze tijd. Ontspanning, rust en slaap komt men te kort; aangezien dit direct samenhangt met herstel en voldoende vitaliteit, zijn allerlei ziektetendensen een mogelijk gevolg van dit tekort aan rust.

Het zich naar buiten bewegen en het vervolgens zich naar binnen terugtrekken, speelt zich ook af bij een gesprek tussen twee mensen. Zolang de één luistert, beweegt deze zich met z’n aandacht naar de ander toe en leeft zich in in wat er gezegd wordt; Vervolgens komt men weer bij zichzelf en reageert op het gehoorde, nu van het eigen innerlijk uit. Helaas lukt dit niet altijd zo goed. Niet zelden praten mensen langs elkaar heen. Verloopt een gesprek echter wel op deze wijze, dan ontstaat iets goeds; er ontstaan bijv. nieuwe ideeën en gedachten: dat wat de één inbrengt heeft namelijk te maken met dat van de ander maar is tegelijkertijd ánders. Door dit heen en weer kan het ene het andere bevruchten en kan iets nieuws ontstaan.

See Also
Aartsengelen

Hoe innig de lemniscaat met de mens verbonden is blijkt uit één van de beschrijvingen van Rudolf Steiner van de menselijke ziel: de ziel is ook als een lemniscaat te zien: enerzijds een bewust deel; aan de hoofd-kant, verbonden met een afbrekend principe, anderzijds een onbewust deel, opbouwend werkzaam in de stofwisseling.
In de antroposofische geneeskunde is dit een belangrijk beeld waarvan uit veel inzichtelijk wordt en waarvan uit veel gewerkt wordt: een mens is aan de ene pool, de bovenpool verbonden met afbraakkrachten; kou, bewustzijn en vorm, ordening ; aan de tegenpool, de onderpool is de mens verbonden met opbouwkrachten, met onbewustheid, doorwarmende en oplossende krachten.

Deze principes zijn tegengesteld, en sluiten op elkaar aan via een tussengebied, het middengebied. Daarbij werkt er van beide polen in ritmische afwisseling iets dóór in dit middengebied. De organen die hier werken zijn hart en longen;
in een voortdurende afwisseling van beweging en rust, in een ritme scheppen ze evenwicht. Vooral als één van de beide polen overheerst is dit erg belangrijk. Als bijv. de stofwisseling te sterk naar boven toe doorwerkt, probeert het ritmische middengebied toch evenwicht te behouden en iets te compenseren.Hier is het gebied van evenwicht en gezondheid.
In het skelet van dit middengebied, in de wervels en de ribbenkast, is op dwarsdoorsnede ook een soort lemniscaat zichtbaar.

In de organen die door de ribbenkast omsloten worden, hart en longen, gaat het om de functie: afwisselend in- en uitademen betekent afwisselend concentreren en verzamelen van lucht en het uitstoten en verdunnen ervan.
Zo ook in het hart: Vanuit een wijde omtrek via de aderen verzamelt zich het bloed, om vervolgens door het hart weer via de slagaderen geheel te ‘versproeien’.
Vervolgen we overigens de lemniscaat in z’n beweging van links naar rechts en weer terug, een aantal malen, dan voelen we als het ware het hart al kloppen, of de ademhaling gaan.
Een middengebied, zijnde een leefbaar gebied tussen twee tegenstellingen, tussen twee polen, is overal in de levende natuur zichtbaar. Het is een levensprincipe.
De drie gebieden, de polen met het middengebied, vormen in de mens een houvast voor drie basale zielenkwaliteiten: het hoofdprincipe is met het denken verbonden, het middengebied met het voelen, en het stofwisselingsgebied met het doén, met het willen.

De lemniscaat hangt vooral met het middengebied, met het voelen samen; en wel in zoverre, dat de stromende, in elkaar wevende beweging van de lemniscaat ook de bewegingskwaliteit van het voelen is; in tegenstelling tot het heldere, strakke karakter van het denken en de drukke, dynamische beweging van het willen. Zo is het middengebied, het evenwichtscheppende gebied, met het voelen verbonden. En daar bestaat een mogelijkheid tot stimulering, ja zelfs tot therapie: de kunst.
Het kunstzinnige werkt, als het niet al te modern is, in gunstige zin op ons gevoelsleven in. Een mooi schilderij of een mooi muziekstuk doet ons goed; het doet ons anders, dieper ademen; we worden ietsjes warmer, het bloed stroomt weer iets beter; een hulp tegen de meest uiteenlopende verstoringen in het lichaam. Met kunstzinnige therapie is activering van het middengebied, van het gezonde evenwicht mogelijk
In ruimere zin is het bij ziekte altijd zinnig om ritme te stimuleren; tijdig rust nemen, lang genoeg slapen, regelmaat in de voeding. In de afwisseling van tegengestelde kwaliteiten ligt een basis voor gezondheid. De lemniscaat is een vorm,een beweging, die dit laat zien.

De naam van ons blad: Binnen-Buiten
Nadat uit bovenstaande hopelijk is gebleken hoe rijk en hoe wezenlijk het begrip lemniscaat voor de antroposofische geneeskunde en voor ons gezondheidscentrum is, zal mogelijk als vanzelf duidelijk zijn dat de naam binnen-buiten hier direct op aansluit en zodoende een heel geschikte naam is voor ons blad.
Daarbij is er het simpele feit dat in een blad als dit van alles naar buiten komt, wat binnen in het centrum leeft. Dat wordt in de naam dus ook aangegeven.
Tevens wordt erin uitgedrukt datgene waar de antroposofie in algemene zin voor staat: naar buiten brengen dat wat innerlijk in de wereld te vinden is; bewust maken van de achtergronden van ons bestaan.

En omgekeerd datgene wat buiten is, wat uiterlijk zichtbaar is, te verinnerlijken; door een intensiever omgaan met de natuur, het gebeuren in de wereld, de wetenschap, de medemens, daar innerlijk meer mee te leven en meer inhoud te geven.

Huib de Ruiter

De Lemniscaat als teken – Antroposofisch Gezondheidscentrum (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Trent Wehner

Last Updated:

Views: 5714

Rating: 4.6 / 5 (76 voted)

Reviews: 91% of readers found this page helpful

Author information

Name: Trent Wehner

Birthday: 1993-03-14

Address: 872 Kevin Squares, New Codyville, AK 01785-0416

Phone: +18698800304764

Job: Senior Farming Developer

Hobby: Paintball, Calligraphy, Hunting, Flying disc, Lapidary, Rafting, Inline skating

Introduction: My name is Trent Wehner, I am a talented, brainy, zealous, light, funny, gleaming, attractive person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.